Gisteravond was er een politiek beraad over het woningbouwprogramma voor de komende 10 jaar. Plannen voor woningbouw zijn gebaseerd op prognoses over de bevolkingsgroei. De gemeente erkent nu dat ze in het verleden uitging van te hoge groeiverwachtingen. Enorme lappen landbouwgrond zijn destijds door de gemeente gekocht voor woonwijken die er nooit zijn gekomen. De ChristenUnie is al lange tijd tegen grote stadsuitbreidingen. Raadslid Michiel van Heek tijdens het politiek beraad: "Niet alleen vanwege de economische haalbaarheid, maar vooral ook vanwege de duurzaamheid. Wij zijn een voorstander van woonlocaties die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en die niet ten koste gaan het landschap."

Grote stadsuitbreidingen zijn nu dus van de baan, maar wat betekent dat voor de grond die de gemeente in bezit heeft? Van Heek: "Wat doen we met de gronden aan de rand van de stad? Gaan we die allemaal proberen te verkopen of houden we toch een deel achter de hand voor toekomstige ontwikkelingen?" Wethouder Bruggink weet nog niet hoeveel grond hij precies wil aanhouden. Duidelijk is wel dat grote delen afgewaardeerd zullen worden.

Een ander punt dat de ChristenUnie in dit politiek beraad opwierp is de sociaal-economische samenstelling van Almelo. De binnenstad heeft een erg groot aandeel sociale huurwoningen. Om de stad meer in "balans" te krijgen werden de afgelopen jaren exclusieve huizen voor de hogere middenklasse buiten de stad gebouwd – denk aan Almelo Noord-Oost. De ChristenUnie zou graag zien dat deze groep mensen zich meer in het centrum ging vestigen, maar daar is wel een aantrekkelijke binnenstad voor nodig. Michiel van Heek vroeg zich hardop af of de gemeente Almelo de middenklasse wel als een serieuze doelgroep ziet voor de binnenstad, waarop wethouder Bruggink antwoordde dat het huisvesten van de "middenklasse en hoger" zeker binnen de doelstellingen van het binnenstadbeleid valt.