Raadsbijdrage Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
In de discussie over de WMO heeft de ChristenUnie fractie steeds aandacht gevraagd voor
- de keuzevrijheid;
- een ruimhartige toepassing van het compensatiebeginsel;
- het betrekken van de cliënten bij het beleid;
- en wij hadden zo onze vragen bij het primaat van de algemene voorzieningen.
Wij zijn nu blij - laat mij daarmee beginnen - met het feit dat het college besloten heeft om de elektrische fiets niet langer aan te merken als een algemeen gebruikelijke voorziening. Ook zijn wij blij dat de raad later nog komt te spreken over de raadsbrief over de algemene voorzieningen. Dan kunnen volgens de fractie van de ChristenUnie ook de vragen beantwoord worden die eerder in deze raadsvergadering gesteld zijn door de heer Gerritsen, want daar hebben wij toch wel behoefte aan.
Wij hebben begrepen dat er, bij wijze van proef, is gesproken met mensen die een klacht over de WMO-uitvoering hadden. Toen bleek dat meer dan 90% van de klachten terecht was. Welke conclusies heeft het college hieruit getrokken en welke acties heeft het college daarop ondernomen? Wordt deze werkwijze nu altijd toegepast?
De fracties van het CDA en de PvdA hebben al gezegd dat uit het voorliggende jaarplan blijkt hoe omvangrijk de WMO is. Er valt eigenlijk alles onder. Het jaarplan geeft daarvan een goed overzicht. Het is ook een antwoord op de vraag van de raad. Gezien de complexiteit, is het begrijpelijk dat voor 2008 voor een beleidsarme aanpak is gekozen, maar wij zijn van mening dat wij de komende jaren verder beleid zullen moeten formuleren.
Naar de mening van de ChristenUnie-fractie zouden wij daarbij moeten proberen om vanuit het hoofddoel van de WMO -namelijk het bevorderen van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van de burgers - te bekijken of het niet zinvol is om het aantal aspecten dat wij formuleren, te beperken (zoals wij dat al vaker hebben aangekaart). Dat geldt ook voor het aantal projecten; niet alles moet bij de WMO-uitvoering worden ondergebracht. Het meten en rapporteren met betrekking tot een beperkt aantal hoofddoelstellingen verbetert namelijk de mogelijkheden van de raad om kaders te stellen en om het effect daarvan ook echt te controleren.
Wij zien nu al dat met betrekking tot drie kleine projecten gevraagd wordt: Moeten wij daarvoor niet percentages gaan noemen? Wij zouden graag zien dat wij proberen om op een hoger abstractieniveau de doelstellingen te formuleren. Laten wij ons daar de komende tijd aan wagen.
Reacties op 'Raadsbijdrage Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.