Schriftelijke vragen woningbouwplannen
Het rijk stelt veel geld beschikbaar voor de bouw van nieuwe woningen. Ook Almelo heeft aanzienlijke bouwambities. Toch krijgt Almelo geen geld. Reden voor onze fractie om schriftelijke vragen te stellen.
Geacht college,
In 2019 heeft het kabinet € 1 miljard euro beschikbaar gesteld voor de Woningbouwimpuls met als doel om versneld meer en meer betaalbare woningen te bouwen voor starters en mensen met een laag of middeninkomen. Gemeenten en provincies konden hiervoor een aanvraag indienen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in een tweede tranche 266 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de bouw van nieuwe woningen. Dat geld is voor het grootste deel bedoeld voor het bouwen van starterswoningen en woningen voor mensen met een middeninkomen. In de Roskam van 18 februari jl. kunnen we lezen dat Almelo naast de geldpot lijkt te grijpen om de bouw van woningen een impuls te geven. Er komt ruim tien miljoen euro aan rijkssubsidie voor Overijsselse steden maar dat gaat naar Zwolle, Hengelo en Enschede. Het aantal aanvragen overschreed het beschikbare budget met honderd procent, maar die van Enschede en Hengelo zijn niettemin gehonoreerd, mede doordat gedeputeerde Van Haaf van Overijssel er flink achterheen zat. Deventer kreeg via een eerdere versnellingsregeling al een bijdrage. Dat gold toen ook niet voor Almelo, waar wethouder Van Rees er toch ook aanzienlijke bouwambities op na zegt te houden.
De fractie van de ChristenUnie heeft in deze context de volgende vragen:
- In Almelo geldt, afhankelijk van het type woning, een wachttijd van twee jaar voor het toegewezen krijgen van een sociale huurwoning. Wat zijn de plannen en de strategie van de wethouder om dit op te lossen?
- Kan de gunstige positie van Almelo (t.o.v. de andere Twentse steden) richting de randstad niet worden benut om extra geld van het rijk te krijgen?
- Gedeputeerde van Haaf heeft zich klaarblijkelijk erg ingespannen voor Hengelo en Enschede. Heeft gedeputeerde van Haaf zich ook ingespannen voor Almelo? Zo ja, kunt u aangeven hoe en waarom dit voor de andere Twentse steden wel en voor Almelo geen resultaat heeft opgeleverd? Zo nee, hoe liggen, met het dossier Hornbach in het achterhoofd, de verhoudingen met de Provincie? Wordt hiermee gesproken over de woningbouwplannen? Kunt u ons bevestigen dat er bestuurlijk gezien geen sprake is van ‘rancune’?
- Het type projecten dat in aanmerking komt voor een bijdrage uit deze middelen zijn onder anderen stationsomgeving en stadscentra. Almelo heeft hiervoor ook diverse plannen om betaalbare woningen te realiseren in de stationsomgeving en het stadscentrum met het plan Stadskade/Havenblok. In maart wordt het aanvraagtijdvak bekend voor de derde (en tevens laatste) tranche van nog eens 250 miljoen euro. Kan het college aangeven welke inspanningen het kan verrichten om met deze projecten een succesvolle aanvraag in te dienen bij deze tranche?
- Is er voldoende ambtelijke capaciteit om plannen te ontwikkelen? Zo niet, kan dat een reden zijn waarom Almelo telkens achter de ontwikkelingen aan loopt?
- De ChristenUnie maakt zich sterk voor meer woningen voor ouderen (Waardig ouder worden 2.0). In deze context zijn we zeer benieuwd naar de status van het beoogde Wooncomplex voor Armeense ouderen aan het Welgelegen in de wijk Schelfhorst. U spreekt al meer dan vier jaar met de initiatiefnemers woningstichting Beter Wonen en Stichting Brunnera. Wat is de status en wanneer komt hier duidelijkheid?
We zijn benieuwd naar uw antwoorden.
Namens de fractie van de ChristenUnie,
Jeanet Buikema
Wouter Teeuw
Het college heeft op 16 maart deze vragen als onderstaand beantwoord. Voor onze fractie weer aanleding voor het stellen van vervolgvragen.
1. In de nieuwe Woonvisie 2020 - 2030 is de deelambitie opgenomen: voldoende divers aanbod van sociale huurwoningen voor elke doelgroep van bewoners zowel vanuit gezinssamenstelling als vanuit economische draagkracht. Er is in onze ogen nog geen sprake van een probleem. De wachttijden in Almelo zijn relatief kort. De wachttijd wordt wel worden beïnvloed door specifieke wensen van de inschrijver.
De woningcorporaties zijn verantwoordelijk voor het toewijzen van woningen aan mensen die staan ingeschreven en in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Zoals in de woonvisie is aangeven verwachten wij op basis van de behoefte aan sociale huurwoningen (de Primoscijfers) dat in de loop van de jaren er een bescheiden afname zal zijn van de vraag naar sociale huurwoningen.
2. In de lobby voor rijksgeld trekken wij op met de andere steden in Overijssel, samen met de provincie Overijssel. Wij hebben ervoor gezorgd dat in de Regionale Woonagenda Twente onze prioritaire woningbouwplannen goed zijn verankerd. De regionale woonagenda’s vormen de basis op grond waarvan we samen met de provincie Overijssel aanspraak maken op toekomstige middelen van het Rijk ten behoeve van de landelijke woningbouwopgave en Regionale
Investeringsagenda’s (RIA).
De verwachting is dat een nieuw kabinet met meer investeringsgelden zal gaan komen. Wij beschouwen het als strategisch van belang om ons aan de voorkant goed te positioneren binnen dit krachtenveld. In deze positionering worden alle elementen meegenomen die gunstig zijn voor de gemeente Almelo en van belang zijn voor subsidieaanvragen.
3. Wij stemmen onze woningbouwplannen voortdurend af met de provincie en het ministerie. Het proces rond het bestemmingsplan Rijnbrink (Hornbach) heeft geen effect voor de gesprekken over woningbouwplannen. Wij werken ambtelijk en bestuurlijk op een goede en constructieve wijze samen. Wij zien daarbij dat het college van Gedeputeerde Staten zich hierbij inzet voor alle steden in Twente.
4. Een analyse van de haalbaarheid van een eventuele aanvraag in het kader van de regeling Bouwimpuls is onderdeel van de lopende haalbaarheidsfase van het project Stadskade. Deze fase loopt tot medio april 2021. De raad zal over de uitkomsten naar de haalbaarheid van de Stadskade geïnformeerd worden.
Vanuit het perspectief dat het Rijk de komende jaren fors wil bijdragen aan het verhogen van de woningbouwproductie zetten wij maximaal in op het verkrijgen van subsidies. Wij oriënteren ons hierbij niet alleen op de Bouwimpuls, maar ook op aanstaande regelingen zoals het Volkshuisvestingsfonds en de Regionale Investeringsagenda’s van het Rijk.
5. Het antwoord hierop is, nee. Er is op dit moment onvoldoende capaciteit om nieuwe plannen te ontwikkelen. Zoals afgesproken zetten wij onverminderd in op de realisatie van de benoemde programma’s en de onderdelen daarvan. Er is op dit moment geen capaciteit om te komen tot een goede visie op de gewenste stadsontwikkeling en ook geen capaciteit om projecten voor te bereiden en uit te werken in het kader van de extra toevoeging van kwalitatief gewenste woningen in Twente (als onderdeel van de 5.000 tot 7.000 toe te voegen extra woningen). Wij achten het dan ook meer dan noodzakelijk voor de verdere ontwikkeling van Almelo dat deze capaciteit wordt toegevoegd.
6. Voor dit project wordt een bestuursopdracht met kaders opgesteld. Het is wenselijk om meer in te zetten op meer differentiatie in deze buurt; toevoegen van meer sociaal-maatschappelijke voorzieningen is niet wenselijk. Het idee is om op basis van een aantal kaders (vast te stellen via collegebesluit) meerdere ontwikkelaars/corporaties uit te dagen om plannen in te dienen voor deze locatie. Belangrijk om hierbij de inwoners van de wijk te betrekken. Richting stichting Brunnera is altijd aangegeven dat zij één van de partijen zouden kunnen zijn. De daadwerkelijke keuze zal moeten plaatsvinden op basis van een goed ontwikkeld en met de bewoners samen opgesteld gebiedsontwikkelingsplan, dat door de Raad wordt vastgesteld.
Reacties op 'Schriftelijke vragen woningbouwplannen'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.