Welstand met ambitie, of business as usual?

20170214-welstandsnota-7donderdag 16 februari 2017 21:36

Op de avond van Valentijnsdag stond de schoonheid van Almelo op de agenda van de gemeenteraad. In bestuurlijk jargon heet dat "welstand". Hier de bijdrage van ChristenUnie-raadslid Michiel van Heek, inclusief plaatjes*.

Onze fractie is blij dat de welstandsnota eindelijk bij de gemeenteraad ligt. Wij hebben meermalen benadrukt wat een belangrijk instrument dit is om te sturen op de belevingskwaliteit van onze stad. Ten opzichte van de vorige versie zijn wij uiteraard zeer content met de nieuwe gebiedstypologie voor de historische binnenstad. Eerder viel de Grotestraat nog onder lintbebouwing. De nieuwe welstandsnota erkent dat het historische lintbebouwing is, en niet zomaar lintbebouwing. Ook zijn wij blij dat de nota als doel heeft niet alleen om regels te stellen, maar ook om plannenmakers te inspireren, door ze te wijzen op waardevolle stedenbouwkundige elementen. Dat noemen wij: uitnodigingsplanologie. Hier ligt een mooie uitdaging voor de stadsbouwmeester.

Een groot deel van de stad is met deze welstandsnota welstandsvrij. Daar valt van alles over te zeggen, maar dat ga ik niet doen. De gemeenteraad heeft daar in 2013 een kader voor gesteld. Toch hebben wij wel vragen bij de uitwerking van dit kader.

Waarom is bijvoorbeeld gekozen om perceelsgrenzen te hanteren bij het wel of niet welstandsvrij zijn? Verschillen in perceelsgrootte leiden nu tot heel vreemde situaties. [PLAATJE 1] Links op de kaart loopt de N36 van Wierden naar Vriezenveen. Omdat dat een belangrijke invalsweg is, zijn de aanliggende bedrijfspercelen, in blauw getekend, welstandsplichtig. De punt achter de A, midden op het defensieterrein, voor iedereen aan het oog onttrokken, is dus welstandsplichtig. De punt achter de B, vlakbij de grote weg, is welstandsvrij. Valt dat uit te leggen aan ondernemers? Was het niet beter om gewoon een buffer langs de weg te tekenen?

De keuze voor de invalswegen komt ons sowieso wat ongelukkig over. Neem bijvoorbeeld de invalsweg uit de richting Albergen/Ootmarsum. [PLAATJE 2] De Sluitersveldsingel is welstandsplichtig. Daar rijden best veel auto's, maar er valt weinig te zien aan gebouwen. En wat er staat aan gebouwen is voorzichtig gezegd nogal rommelig. Dus wat is hier de bedoeling? [PLAATJE 3] Terwijl de eigenlijke Ootmarsumsestraat, iets zuidelijker gelegen, veel beeldbepalende en authentieker is dan de Sluitersveldsingel. De Ootmarsumsestraat is ook een drukke straat, niet alleen voor auto's, maar ook voor fietsers. Is het uitzicht van automobilisten belangrijker dan dat voor fietsers? En wat te denken van treinreizigers? [PLAATJE 4] De Parallelweg valt niet onder welstand. Toch rijden hier dagelijks duizenden treinreizigers van en naar Almelo.

Tenslotte heb ik een vraag in het kader van integraal omgevingsbeleid. In hoeverre sluit deze nota aan bij andere ruimtelijke visies die nu ontwikkeld worden? Ik denk in het bijzonder aan de erfgoedvisie en de omgevingsvisie. Want het college zal toch met ons eens zijn dat welstand geen zelfstandig beleidsterrein is, zeker met de nieuwe Omgevingswet op komst. Hebben de diverse afdelingen inderdaad met elkaar samengewerkt of komt welstand nog enkel uit de koker van stedenbouw? Ik wil deze vraag illustreren met een voorbeeld. [PLAATJE 5] De Wierdensestraat, een van de deftigste straten van Almelo. Vooral herenhuizen. Met hier en daar een dissonant. [PLAATJE 6][PLAATJE 7] De afdeling ruimtelijke ordening weet dat de eigenaar iets wil met dit pand en is daarover ook in gesprek. Dit is dus bij uitstek de gelegenheid om te proberen om de stedenbouwkundige stijl van de Wierdensestraat terug te krijgen op deze plek. Zeldzame kans om een fout uit het verleden te repareren. [PLAATJE 8] Dat het mogelijk is bewijst het nieuwbouwpand aan de overkant. Pakken we die kans om integraal de stad te verbeteren of houden we het bij business as usual?

* De plaatjes in deze bijdrage zijn afkomstig van Google Street View.

« Terug