De ChristenUnie fractie steunt het voorstel van het college om de Pooksbelten te sluiten, maar vindt de manier waarop het gebeurt onzorgvuldig.
Daarover hebben we vragen aan het college gesteld, samen met de fracties van AOV, GroenLinks en Leefbaar Almelo. Op ons aandringen is er nog in een informatiebijeenkomst over gesproken. Maar we vonden zowel het antwoord van het college op onze vragen als de discussie in de informatiebijeenkomst onbevredigend. Daarom hebben wij in de raad van 2 oktober hierover een motie ingediend.
Als toelichting op de motie hebben we o.a. het volgende naar voren gebracht: “Zowel college als raad vinden dat de sluiting zorgvuldig moet gebeuren. Maar naar onze mening ontbreekt momenteel die zorgvuldigheid. Over te nemen maatregelen wordt niet vooraf bewoners(vereniging) gesproken. Teveel wordt de confrontatie gezocht. En de opzeggingstermijn voor de recreanten is in strijd met de Recron-voorwaarden. Ook vinden wij een ontruimingsprocedure pas gewettigd wanneer alles is gedaan om tot overeenstemming te komen. En zover is het nog niet.”
“Maar blijkbaar is er verschil van mening over wat “zorgvuldig”is. In de motie geven we aan wat wij onder “zorgvuldig” verstaan, n.l. de Recron-voorwaarden nakomen, overleggen met bewoners en investeren in overeenstemming. Daarmee sluit de motie aan bij wat we allemaal met de mond belijden. Nu de praktijk nog!”
“Wij willen benadrukken dat onze motie ook geen enkele invloed heeft op de termijn waarop de camping daadwerkelijk leeg is. Immers die termijn wordt volledig bepaald door de snelheid waarop de gemeente met bewoners en recreanten tot overeenstemming komt over hun vertrek. Hoe meer de gemeente meedenkt en meewerkt aan goede oplossingen en hoe meer de gemeente investeert in overleg, hoe eerder de camping leeg is. Rechtszaken vertragen dit alleen maar.”
Helaas werd de motie niet aangenomen, omdat de PvdA- en de CDA –fractie de motie niet steunden. Zij steunden het beleid van het college.
Onze inzet voor de Pooksbelten heeft zowel in het Almelo’s Weekblad als in Twentsche Courant Tubantia, en op De Geleraaf aandacht gekregen: