Kamervragen over bemoeienis Turkse overheid met Almelose aangelegenheden

armeensmonumentmaandag 03 november 2014 09:39

De burgemeester heeft (bewust of onbewust) vragen van de ChristenUnie Almelo tijdens de raadsvergadering niet beantwoord. Dezelfde vragen zijn nu als Kamervragen gesteld door onder andere Pieter Omtzigt en Joël Voordewind. Wij hopen alsnog antwoord te krijgen.

Op 29 september jl. stond in de gemeenteraad de PVA-motie “Protestdemonstratie in Almelo” op de agenda. Bij de behandeling hiervan hebben we als ChristenUnie aangegeven waarom we het belangrijk vinden dat de lokale overheid iets zegt van hetgeen op 1 juni is gebeurd. We hebben ook aangegeven dat we de houding van het college, die de uitspraken op 1 juni niet expliciet afkeurt en daarmee spreekwoordelijk goedkeurt, niet begrijpen. In die context hebben we het college (in eerste termijn) ook de vraag gesteld of het college in deze kwestie contact heeft gehad met Turkse en/of Armeense autoriteiten. De gestelde vragen waren:
1. Heeft het college rond monument of protest contact gehad met Turkse en/of Armeense autoriteiten, cq. ambassade of consulaat?
2. Zo ja, wanneer hebben die gesprekken plaatsgevonden, wat is besproken en kunnen wij de gespreksverslagen inzien?
Omdat de vragen niet werden beantwoord is in tweede termijn nogmaals om antwoord gevraagd. Bij onze stemverklaring hebben we nogmaals geconcludeerd dat onze vragen niet beantwoord zijn. We betreuren dat ten zeerste.

De achtergrond van onze vragen is uiteraard of er een verband is tussen de terughoudendheid van het college en eventueel contact met de Turkse en/of Armeense overheid. Temeer daar er op 10 juni ook Kamervragen zijn gesteld over de demonstratie op 1 juni. Bij de beantwoording daarvan op 10 september is door de minister gezegd (antwoord op vraag 9): “Verder heeft de Turkse consul contact opgenomen met de burgemeester van Almelo om de Turkse zienswijze op het monument kenbaar te maken.” Wij vinden het op zich al 'opmerkelijk' dat buitenlandse mogendheden zich rechtsreeks met plaatselijke autoriteiten verstaan over lokale aangelegenheden. Het negeren van onze vragen roept daarbij alleen maar meer vragen op.

Inmiddels (ingezonden 31 oktober 2014) hebben de Kamerleden Omtzigt (CDA), Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV) en Van Bommel (SP) opnieuw vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over de demonstratie tegen de plaatsing van het herdenkingsmonument voor de Armeense genocide op het privé terrein van de Armeens Apostolische Kerk in Almelo. Via het antwoord op onder andere vraag 3 hopen wij dat we nu alsnog antwoord krijgen op onze vragen. Onderstaand enkele van de door de Kamerleden gestelde vragen.

Vraag 1
Wat vindt u van het feit dat:
- de Turkse overheid in Nederland een demonstratie tegen een Nederlandse bevolkingsgroep organiseert, zoals ook uit de antwoorden op de vragen van 8 september jl. is af te leiden; (Aanhangsel bij Handelingen 2013-2014, nr. 2969)
- de Diyanet, onderdeel van de Turkse overheid, gratis busvervoer organiseert en er in het vrijdaggebed een centrale preek voorgelezen wordt tegen het herdenkingsmomument ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Armeense genocide;
- de organisatie en publiek de leuze «Karabag ermeniye mezar olacak» – vertaald: «Karabach zal het graf van de Armeniër worden» gescandeerd hebben;
- er onaangekondigd Ottomaanse militaire marsmuziek gespeeld is, dezelfde muziek die ten tijde van de genocide door het leger gespeeld werd;
- beelden van deze demonstratie wekenlang zijn uitgezonden op Turkse zenders in Nederland als demetnu.nl?

Vraag 3
Welke Turkse autoriteiten (ambassadeur, consul, consul-generaal, Turkse regering etc.) hebben aan de Nederlandse autoriteiten (zoals de regering, ministers, burgermeesters van o.a. Almelo en Enschede, de Nederlandse diplomaten in Turkije) opheldering gevraagd over het herdenkingsmonument voor de Armeense Genocide respectievelijk over het Nederlandse standpunt over de Armeense Genocide, tussen 1 maart en 20 oktober 2014? Kunt u een uitputtende lijst geven wie dit onderwerp aan de orde gesteld hebben en met welk resultaat?

Vraag 4
Is het gebruikelijk en wenselijk dat buitenlandse mogendheden zich rechtstreeks met plaatselijke autoriteiten verstaan over dergelijke aangelegen onderwerpen?

Vraag 7
Bent u bereid de Turkse regering over te brengen dat de vastgestelde interventies van Turkse overheidorganisaties bij de demonstratie van 1 juni onwenselijk zijn?

Vraag 9
Deelt u de mening dat de herdenking van 100 jaar Armeense genocide (die ook de Syrisch-Orthodoxen en Pontische Grieken in het Ottomaanse rijk trof) ongestoord en waardig moet kunnen plaatsvinden in Nederland?

Vraag 10
Op welke wijze zult u, gelet op de tot nu toe geslaagde acties vanuit Turkije, garanderen dat de Turkse overheid geen verdere invloed doet gelden op de wijze waarop in Nederland komend jaar de 100 jaar herdenking van Armeense genocide wordt herdacht?

Labels

« Terug

Reacties op 'Kamervragen over bemoeienis Turkse overheid met Almelose aangelegenheden'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.